In 1566 werden heiligenbeelden en kerkinterieurs door woedende menigten verwoest.
Willem van Oranje werd stadhouder en riep godsdienstvrijheid af.
In 1579 onderwierpen de Zuidelijke Nederlanden zich opnieuw aan Filips ll.
De moord was in opdracht van Filips ll en het was een zware slag voor de opstandelingen.
In 1588 besloten de opstandelingen dat het hoogste gezag bij henzelf moest komen te liggen.
In deze periode werd een wapenstilstand afgesproken. Er werd geen oorlog gevoerd.
Er werd definitief vrede gesloten: De Vrede van Munster.